Australian Labradoodle

Geschiedenis

De Australian Labradoodle is eigenlijk ontstaan door de zoektocht naar een allergievriendelijke hond die tevens geschikt zou zijn als geleidehond. Eind jaren 80 werd er een fokprogramma ontwikkeld waarbij een Labrador met een standaard Poedel gekruist werd. De Labrador werd gebruikt voor zijn ‘will-to-please’ en de Poedel voor zijn intelligentie en makkelijk te onderhouden vacht. Later zijn er nog enkele rassen ingekruist.

De Australian Labradoodle heeft nog een groot voordeel: hij heeft een niet verharende vacht en is 98% allergie-vrij.

Nog meer info!

Rasbeschrijving

De Australische Labradoodle heeft een atletisch, gracieus en compact voorkomen. De verhouding hoogte x lengte moet 10 tot 12 zijn, hij heeft hoekige schouders en stevige ellebogen. De achterhand is gemiddeld gehoekt met een kort en sterk spronggewricht. Een sterke uitgestrekte beweging bij draf welke het voorkomen geeft. In ontspannen toestand of tijdens het spel zullen ze huppelen en slechts zacht de grond raken. De ruglijn dient horizontaal te blijven met sterke lende en achterhand. Het zijn galoperende honden en daarom dienen de flanken goed op de borst te staan. De staart moet laag geplaatst en sabelachtig zijn maar een hooggeplaatste vrolijke staart wordt ook toegestaan.

Karaktereigenschappen

Een vrolijke, energieke hond die intelligent is en bijgevolg eenvoudig te trainen. Zeer evenwichtig
zachtaardig, lief en aanhankelijk. Da Australian labradoodle wil graag bij mensen zijn en kan zeer goed overweg met kinderen.

De allergievriendelijke en niet verharende vacht heeft geen typische hondengeur.

Kleuren

Wit, cream, abricot, cafe, rood, zilver, goud, blue, chocolade en zwart.

Maten

Miniatuur van 35-42cm met een gewicht van 7Kg-13Kg.
Medium van 43-52cm met een gewicht van 13Kg-20Kg.
Standaard van 53-63cm met een gewicht van 23Kg-30Kg.

uitleg over de

Verschillende Vachten

Voor Australian Labradoodles zijn er twee verschillende soorten toegestane vachten, er is nog een derde harige vacht, maar deze is niet allergievriendelijk en is bovendien haarverliezend. De twee toegestane vachten zijn ‘fleece’ en ‘wool’.

Fleece is een zachte vacht die steil, golvend of spiralende krullen kan hebben, deze vacht is makkelijk in onderhoud. Wool is een losse spiralen vacht die makkelijk naar de huid opent, deze vacht heeft een regelmatige kambeurt nodig. Beide vachten moeten regelmatig geknipt worden. De vachtlengte moet ongeveer 10-15cm zijn, er mag geen ondervacht aanwezig zijn, dat wordt gezien als een fout.